header image
 

Reggae

De beroemdste muzieksoort die Jamaica heeft voortgebracht, is uiteraard reggae. Wat Nashville is voor countrymuziek, is Kingston voor reggaemuziek. Het woord ‘reggae’ is afkomstig van het woord ‘regular’. In beginsel is reggae voor het gewone volk: comin’ from the people. De reggaemuziek kent verschillende stromingen. Aan de wieg van de reggaemuziek stond Bob Marley.

Bob Marley en reggae zijn nauw met elkaar verbonden.

Bob Marley is de absolute koning van de reggae-muziek. Hij stond aan de wieg van deze muziekstroming.

Bob Marley

Bob Marley (Robert Nesta Marley) werd geboren op 6 februari 1945 in Nine Miles (district Saint Ann) te Jamaica en stierf op 11 mei 1981 in Miami in de Verenigde Staten. Het huis waar hij werd geboren, behoorden toe aan zijn grootouders. Toen Marley 12 jaar oud was, verhuisde hij naar Kingston, in 19 Second Street. Hij heeft immer in de hoofdstad van Jamaica gewoond, behoudens een korte periode in Londen. De moeder van Marley heette Cedella Marley Booker, was een zwarte Afrikaanse vrouw en had bij de geboorte van haar zoon een leeftijd van 18 jaar. De vader van Marley heette Norval Marley, was een blanke man die in het Britse leger diende als kapitein en die bij de geboorte van zijn zoon een leeftijd had van 50 jaar. De ouders van Marley gingen scheiden toen hij 6 jaar oud was.

Norval Marley stierf op 60-jarige leeftijd, zoon Bob was toen 10 jaar oud. Doordat Norval Marley een hele drukke baan had, heeft hij zijn zoon amper zien opgroeien. Het contact tussen vader en zoon was dus matig. Marley was derhalve een halfbloed Jamaicaan. De meeste halfbloeden hadden het niet gemakkelijk in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw op Jamaica, maar dat gold niet voor Marley. Hij bouwde namelijk al snel een omvangrijke vriendenkring op.

Zelfgemaakt gitaar

Marley had geen moeite met school, hij was een vlotte leerling. Ondanks het feit dat hij geen slechte voetballer was, vond hij het maken van muziek nog leuker. In 1956 verhuisde hij samen met zijn moeder naar Kingston. Ze gingen wonen in Trenchtown, een sloppenwijk. Dat was ook het moment dat Marley begon met het maken van muziek. Hij gebruikte hiervoor een gitaar dat hij zelf gemaakt had. Het spelen van gitaar leerde hij van Vincent ‘Tarta’ Ford. Mensen die geïnteresseerd zijn in de jonge jaren van Marley kunnen derhalve het beste togen naar de Trench Town Culture Yard aan de Lower First Street. Dat is de omgeving waar de jonge Marley zijn eerste nummers schreef en waar hij rondzwierf met zijn (muziek)vrienden. In 1962 werd Jamaica onafhankelijk. Dat was ook het jaar dat Marley zijn eerste singel opnam; ‘Judge Not’. In 1962 nam Marley nog twee andere singels op. Deze nummers werden echter geen succes.

The Wailers

In 1964 richtten Marley, Bunny Wailer (Bunny Livingston), Peter Tosh (Winston Hubert MacIntosh) en Junior Brathwaite samen ‘The Wailers’ op. Wailer was de beste vriend van Marley. Wailer, Marley en de moeder van Marley woonden toentertijd samen in één huis. Overigens werd de band in eerste instantie de ‘Wailing Rudeboys’ genoemd. Deze naam werd nog veranderd in de ‘The Wailing Wailers’ vooraleer uiteindelijk voor de naam The Wailers werd gekozen. Marley en zijn drie makkers waren vier jonge mannen die opgroeiden in de getto’s van Kingston. In die tijd was er veel onrust in de sloppenwijken van Jamaica. Militante jongeren die zich tegen de economische en sociale onderdrukking van de zwarte bevolking verzetten, werden ‘Rude Boys’ genoemd. Zij waren constant bezig om de Jamaicaanse samenleving uit te dagen. Daarbij ging het er vaak grof aan toe zoals schietpartijen, plunderingen, overvallen en rellen.

In den beginne werd de muziek van The Wailers door de overheid verboden. Men vond dat er van de muziek een opruiend effect uitging en dat het de menigte opgestookte om verkeerde dingen te doen. Op de Jamaicaanse radio waren de nummers van de Wailers in het begin dus niet te beluisteren. Wie toentertijd naar de radio luisterden, kreeg Amerikaanse en Engelse artiesten te horen.

Island Records

The Wailers tekenden in 1972 een plantencontract bij de Britse maatschappij ‘Island Records’. Lee Perry, een lokale producer, legde het contact tussen de beide partijen. Perry en de baas van Island Records ‘Chris Blackwell’ begonnen aan de stijl van de The Wailers te schaven; er kwam een hoger tempo en meer beat in de muziek. In 1973 werd de eerste plaat van The Wailers opgenomen: ‘Catch a Fire’. Catch a Fire was niet een groot commercieel succes, maar de muziekrecensies waren lovend. Het album ‘Burnin’ kwam ook in 1973 uit. In 1973 verlieten twee leden van de groep de band: Wailer en Tosh. Deze twee muziekanten kozen ervoor om alleen verder te gaan, er waren namelijk te veel spanningen binnen de band.

Bob Marley and The Wailers

Marley koos ervoor om met een eigen label verder te gaan: Tuff Gong. De studio was gevestigd aan Hope Road in Kingston. In 1974 stelde hij een achtergrondkoor samen. De leden van dit achtergrondkoor waren Judy Mowatt, Marcia Griffiths en zijn vrouw Rita Marley. De band van Marley veranderde ook van naam; ‘Bob Marley and The Wailers’. Het eerste nummer dat Bob Marley and The Wailers opnamen was ‘Simmer Down’. Dit nummer was geïnspireerd op de skamuziek die toen populair was op het eiland. Simmer Down was direct een grote hit op Jamaica. Vanaf dat moment regenden het hits van Bob Marley and The Wailers. In de jaren zeventig van de vorige eeuw had Marley veel grote reggaehits zoals ‘I Shot the Sheriff’, ‘No Woman, No Cry’, ‘Get Up, Stand Up’ en ‘Stir It Up’. Ook bracht Marley verschillende succesvolle reggae-albums uit zoals ‘Exodus’, ‘Uprising’, ‘Natty Dread’ en ‘Rastaman Vibration’.

Marley draagt de bijnaam ‘The King of Reggae’ (Koning van de Reggae). Dat is niet voor niets; Marley heeft namelijk een belangrijke rol gespeeld van de verspreiding van de reggaemuziek buiten de eilandsgrenzen van Jamaica. De reggaemuziek die heden ten dage wordt gemaakt, is heel anders dan die uit de tijd van Marley. Het zou interessant zijn om te weten wat Marley van de reggaemuziek zou vinden die nu wordt gemaakt.

Rita Marley

In 1966 op 10 februari trouwde Marley met Rita Anderson. In 1967 zag hun eerste kindje het levenslicht. Met Anderson kreeg hij nog twee kinderen, plus adopteerde hij de twee kinderen die Anderson bij haar vorige relatie had gekregen. Daarnaast werd hij nog zeven keer vader bij verschillende andere vrouwen. In totaal had Marley zeven zoons en vijf dochters.

Rastafari-beweging

Marley raakte in de jaren zestig van de vorige eeuw, door toedoen van zijn vrouw Rita, geïnteresseerd in de Rastafari-beweging en verliet de Christelijke kerk. Aan het hoofd van de Rastafari-beweging stond de Ethiopische keizer Haile Selassie, waarbij Marley de absolute vaandeldrager werd.

Aanslag

Bij Marley was muziek en het dagelijks leven met elkaar verstrengeld. De nummers die hij schreef, waren bedoeld als aanklacht tegen de onrechtvaardigheid die hij in Jamaica zag en de stappen die hij wilde zetten in de emancipatie van de zwarte bevolking. In december van 1976 overleefde Marley een aanslag op zijn leven waarbij hij door verschillende kogels werd geraakt. Eén van de kogels is niet uit het lichaam verwijderd. Naar alle waarschijnlijkheid zaten er politieke motieven achter de aanslag. Bij de aanslag raakten ook Rita en de producer van Marley gewond. Het was voor Marley de reden om Jamaica vaarwel te zeggen en zich te gaan vestigen in Engeland, Londen. Ook in Engeland ging het succes van hem door, hij produceerde er verschillende platen.

Marley keerde 2 jaar later in 1978 weer terug naar het Caribische eiland. Hij gaf onder andere een concert om de verschillende politiek partijen te verzoenen, het zogenaamde vredesconcert ‘One Love’. Tijdens dit concert haalde hij de twee politieke rivalen (Michael Manley en Edward Seaga) op het podium en verbond de handen. In de documentaire ‘Marley, The Definitive Story’ uit 2012 van Kevin McDonald, speelt de bovengenoemde gebeurtenis een belangrijke rol. In 1978 opende hij ook zijn eigen opnamestudio in Kingston; Tuff Gong Studio. Heden ten dage is de Tuff Gong Studio gevestigd aan de Marcus Drive 11. Dat is een locatie waar vroeger Federal Record was gevestigd. Tuff Gong Studio is het bezit van Rita Marley. Het is mogelijk om een rondleiding te krijgen in de studio en zo helemaal in de reggae-sfeer te geraken. In de Tuff Gong Studio worden nog steeds platen opgenomen door lokale bandjes.

Dood

Vanaf 1977 begon Marley met zijn gezondheid te kwakkelen. Het begon met een wondje aan zijn teen, hetgeen huidkanker (melanoom) bleek te zijn. Er werd aan hem geadviseerd om zijn teen te laten amputeren, maar Marley wilde dat niet. De kanker zaaide derhalve verder uit naar zijn hersenen, longen en maag. Marley probeerde zijn heil te vinden in alternatieve therapieën. Marley stortte ter aarde terwijl hij aan het hardlopen was in het Central Park in New York op 21 september 1980. Dit was het gevolg van de hersentumor die in zijn hoofd aan het woekeren was. Doktoren vertelden hem dat hij nog maar 1 maand te leven had. Zijn vrouw Rita adviseerde hem om de tour af te breken, maar Marley weigerde dat. Het laatste concert gaf hij op 23 september 1980 in Pittsburgh. Daarna vloog hij terug naar Jamaica waarna hij terugkeerde naar de Christelijke kerk. De aartsbisschop van de Ethiopisch-orthodoxe kerk doopte Marley en gaf hem zijn nieuwe naam; Berhane Selassi.

Marley werd vervolgens in Duitsland behandeld voor zijn kanker, hetgeen niet veel uithaalde. Begin mei begon hij aan zijn reis terug naar Jamaica. Door zijn teruglopende gezondheid kwam hij echter niet verder dan Miami. Op 11 mei 1981 blies Marey zijn laatste adem uit in het Cedars of Lebanon Hospital (University of Miami Hospital). Op 21 mei 1981 werd Marley begraven. Het was een begrafenis die veel weg had van de uitvaart van de staatshoofd.

Bedevaart

Al bij leven was Marley uitgegroeid tot een icoon, na zijn dood werd deze heldenstatus alleen maar groter. Marley is bijgezet in een kapel in Nine Miles, op de top van een heuvel. Nine Miles is zogezegd het geboortedorp van de reggaezanger. Niet alleen het stoffelijke overschot van Marley ligt in de kapel, ook dat zijn zijn halfbroer Anthony Booker. Booker vond de dood in Miami gedurende een bendeoorlog aldaar. Aanvankelijk was het de bedoeling dat de moeder van Marley, Cedella Marley-Booker, zou worden begraven in de kapel, maar zij wilde dat haar zoon Anthony Booker er werd bijgezet. Cedella Marley-Booker blies haar laatste adem uit op 8 april 2008 en werd begraven in de buurt van het mausoleum.

Voor veel rastafari’s en andere bewonderaars van Marley zijn zijn huis in Kingston en de grafkapel regelrechte bedevaartsoorden geworden. Zijn huis in Kingston is overigens het onderkomen van het Bob Marley Museum. Veel mensen die Jamaica bezoeken, brengen een bezoek aan het Bob Marley Museum en daarmee dus aan het voormalige woonhuis van Marley. In 2006 werd ook zijn woonhuis in Londen als nationaal erfgoed aangewezen. Marley is aan de enige kant dood, maar aan de andere kant springlevend in het Jamaicaanse straatbeeld. Zijn naam en beeltenis kom je overal tegen. Naast het feit dat hij prachtige muziek heeft nagelaten, wordt hij alom gewaardeerd om zijn strijd voor meer gelijkheid voor de mensen, blank of zwart. Op Jamaica is Marley een grote held!

Internationale muziekstroming

Reggaemuziek is niet meer weg te denken in het internationale muzieklandschap. Vanzelfsprekend is reggaemuziek booming op Jamaica. Op het eiland is een hele platenindustrie met opnamestudio’s rondom reggaemuziek ontstaan. Tal van mega-artiesten en bands uit de reggaemuziek hebben daar hun nummers opgenomen. Hierbij moet je dan denken aan Third World, Freddie McGregor, Toots and the Maytals, Gregory Isaacs, Bunny Wailer, Burning Spear (Winston Rodney), Peter Tosh, Ziggy Marley en Damian Marley.

Bunny Wailer

Ondanks het feit dat bij Bunny Wailer de jaartjes gaan tellen, kan hij het toch niet laten om zo nu en dan op te treden.

Peter Tosh

Peter Tosh werd in 1987 vermoord in zijn eigen huis. Hij werd overvallen door drie mannen die hem sommeerden om zijn geld af te staan. Omdat hij dat weigerde, moest hij dat met de dood bekopen.

Burning Spear

Burning Spear is ook echt een reggae-icoon die kan terugblikken op een carrière van meer dan 4 decennia. Spear werd ooit op gang geholpen door Marley. Spear vindt zijn inspiratie in de rastafari-beweging en de emancipatiebeweging van de zwarte bevolking van Jamaica.

Toots and the Maytals

Toots and the Maytals hebben lang de schaduw gestaan van Marley, maar hebben tegenwoordig een hoge status in de reggaewereld. De band heeft inmiddels meer dan dertig nummer 1-hits op het eiland gescoord.

Ziggy Marley

Ziggy Marley is de oudste zoon van Marley en evenals zijn vader een reggae-artiest van wereldformaat.

Damian Marley

Damian Marley is de jongste zoon van Marley en evenals zijn vader en oude broer een zeer succesvolle reggae-artiest.