header image
 

Cultuur (overzicht)

Op Jamaica wonen veel mensen met een verschillende etnische achtergrond. Het eiland kent derhalve een multiculturele samenleving. Het begon allemaal met de indianen, de eerste bewoners van Jamaica. Daarna volgden de Spanjaarden. Deze bewoners van het Iberisch Schiereiland werden uiteindelijk verdreven door de Britten. Ten tijde van de slavernij zijn er veel mensen uit het westen van Afrika naar Jamaica vervoerd, de slaven. Zowel de Spanjaarden als de Britten zetten slaven in om het zware werk op de plantages te verrichten. Alle bewoners van Jamaica hebben de uiteindelijke cultuur op het eiland gevormd.

cultuur jamaica

Alle bevolkingsgroepen die op Jamaica leefden, lieten sporen achter. Zo introduceerden de Britten het drinken van thee op het eiland.

Invloed van de Britten op de cultuur

Als je op Jamaica bent, word je er direct aan herinnerd dat je in een land bent met een eeuwenoude Britse geschiedenis. Er wordt namelijk aan de linkerkant van de weg gereden. Als je dan aan de zijkanten van de weg kijkt, zie je veel gebouwen staan die opgetrokken zijn in een typische Britse stijl. Ook andere Britse gewoontes en gebruiken duiken nog overal op. Zo is de afternoon tea een traditie die volop in ere wordt gehouden bij de midden en hogere klassen van Jamaica.

Daarnaast wemelt het ook van de traditionele Britse pubs waar mensen samenkomen om een pintje te drinken. Het meest populaire bier op het eiland is ‘Red Stripe’, een biersoort die ook op Jamaica wordt gebrouwen. Een ander typisch Engels fenomeen dat je op Jamaica zult aantreffen, zijn de kostscholen en de paardenraces. De paardenraces worden gehouden op de baan van Caymanas Park. Toch merk je dat de ziel van de Jamaicaanse cultuur niet in Groot-Brittannië is geworteld, maar een Afrikaanse bron heeft; de cultuuruitingen zijn kleurrijk en sprankelend.

Invloed van de slaven op de cultuur

Toen de slaven vanuit het westen van Afrika naar Jamaica werden gebracht, werd er alles aan gedaan om alle Afrikaanse gebruiken, rituelen en gedachtes uit te bannen. Zo werden de slaven die tot dezelfde stam behoorden al gedurende de reis uit elkaar gehaald. Eenmaal op Jamaica aangekomen, werden de slaven gedwongen om alleen nog maar Engels te praten. Alle Afrikaanse religieuze rituelen werden bij wet verboden en zwaar onderdrukt. Ondanks dat feit zijn heden ten dage de Afrikaanse invloeden nog zeer goed te voelen en te zien in de Jamaicaanse samenleving. De slaven werd het dus verboden om hun eigen talen te spreken en hun eigen gebruiken en rituelen uit te oefenen. Laat onverlet dat de verhalen, legendes, begrippen en namen bleven voortleven in de slavencultuur.

Namen

Zo zijn er veel plaatsen op het eiland vernoemd naar bekende stammen uit het westen van Afrika. Hierbij moet je dan onder andere denken aan Naggo, Mocho Mountains, Mocho (district Saint James) en Accompong (district Saint Elizabeth). In West-Afrika is het de traditie om kinderen de naam te geven op de weekdag dat zij worden geboren. Maandag (jongens: Cudjoe, meisjes: Juba), woensdag (jongens: Quaco), donderdag (jongens: Quao), vrijdag (jongens: Cuffee, meisjes: Phibba) en zondag (jongens: Quashie, meisjes: Quashiba).

Op Jamaica zijn verschillende grote slavenopstanden geweest. Tijdens die slavenopstanden namen sommige slaven het voortouw, de slavenleiders. Dit waren echte helden. Twee van die slavenhelden waren Cudjoe en Cuffee. Zij hadden dus namen die helemaal binnen de Afrikaanse traditie vielen. Quashie is niet alleen de naamdag op zondag voor jongens, het betekent ook een dom of gek persoon. Met ‘putta-putta’ wordt modder bedoeld. In het patois wordt een geest met ‘duppy’ aangeduid. In de obeah wordt vaak duppy gebruikt, hetgeen als hekserij wordt gezien.

Junkannu

Wij hebben Sinterklaas, op Jamaica hebben ze Junkannu (Jonconnu of John Canoe). Het niet helemaal duidelijk waar junkannu vandaan komt. Naar alle waarschijnlijkheid stamt Junkannu van de slaven af. De slaven hadden alleen gedurende de Kerst en Nieuwjaar vrije dagen. Dat was de tijd dat Junkannu door de straten aan het dansen en zingen was. Heden ten dage voltrekt zich een hele optocht als Junkannu door de straten trekt, vaak begeleid door een Junkannu-band met drums (gemaakt van geitenhuiden) en fluitisten.

Vaak loopt de Junkannu niet alleen door de straten, meestal lopen de Pichy Patchy, de Horse Head en de Cowhead ook mee. Ook dit zijn bonte verschijningen. De Pichy Patchy heeft zich getoogd in aparte kledingflarden. Dit lijkt een beetje op de Afrikaanse strijders van vroeger. Zij bedekten zich met takken en bladeren om zo maximaal gecamoufleerd te zijn. De Horse Head en de Cowhead dragen schedels van respectievelijk paarden en koeien. Dit om kinderen de schrik op het lijf te jagen. Het dus een soort boemannen.

Fabels

Nederlandse kinderen groeien op met fabels, dat geldt ook voor de kids die op de Caribische eilanden wonen. Voor de zwarte kinderen is ‘Anansi’ het belangrijkste fabelfiguurtje. Anansi is een sluwe en handige spin die van allerlei spannende avonturen meemaakt. Anansi is enerzijds een held en anderzijds een doerak. De verhalen van Anansi hebben altijd een moralistische ondertoon. Ondanks het feit dat hij vaak moet strijden tegen partijen die veel groter zijn, wint hij het uiteindelijk toch. Er zit dus altijd een sfeer van verzet in. Dit grijpt duidelijk terug naar de slavernij. Het geeft metaforisch de onverzettelijkheid en trots van de zwarte bevolking aan.

Taal

Lees verder …

Geloof

Lees verder …

Sport en spel

Lees verder …

Media

Lees verder …

Volkslied

Lees verder …

Vlag en wapenschild

Lees verder …

Nationale symbolen

Lees verder …