Heden ten dage telt Jamaica veel verschillende nationaliteiten. In de loop van de eeuwen heeft zich deze smeltkroes van mensen ontwikkeld op het tropische eiland. Vier bevolkingsgroepen hebben een belangrijke rol gespeeld bij de uiteindelijke ontwikkeling en geschiedenis van Jamaica: indianen, Spanjaarden, Britten en slaven.
Miljoenen jaren lang woonden er geen mensen op Jamaica. Meer dan 1.000 jaar geleden veranderde de situatie echter ingrijpend; de eerste indianen kwamen op het Caribische eiland aan.
De indianen waren bijna 1.000 jaar de enige bewoners van Jamaica en leefden er samen met de planten en dieren die er toentertijd groeiden en leefden. Maar op een dag kwam daar een einde aan. Die dag blijkt achteraf het einde van de beschaving van de Jamaicaanse indianen ingeluid te hebben. Op die dag zette Columbus voet aan wal op het Bovenwindse Eiland.
De Spanjaarden waren lang heer een meester op Jamaica, maar dat veranderde in de 17de eeuw. In die eeuw lieten de Britten een oogje vallen op het eiland. Jamaica werd niet alleen een officiële Britse kolonie, het werd ook een onofficiële uitvalsbasis voor piraten. Beruchte piraten die op het eiland neerstreken waren Henry Morgan, Edward Teach en Jack Rackham.
In de 18de eeuw ontdekten de Britten dat op Jamaica suikerriet heel goed wortelschoot en dat daar bakken met geld mee was te verdienen. Zeker door de inzet van heel veel Afrikaanse slaven. Slaven die onder zeer slechte omstandigheden naar het Caribische eiland werden verscheept.
Gedurende 19de eeuw werden er verschillende oorlogen op Jamaica uitgevochten. De zwarte bevolking van het eiland wilde meer rechten en vrijheden en was bereid om daar de wapens voor op te nemen. Helaas lieten veel Jamaicanen bij deze strijd het leven.
In de 20ste eeuw werd ontdekt dat op Jamaica bananenplanten heel goed bloeiden. Er ontstond op het eiland een ware bananenindustrie.
Na heel veel strijd en na heel veel bloedvloeien, werd Jamaica in 1962 onafhankelijk.