header image
 

Britse tijd (20ste eeuw)

Het grootste deel van de 20ste eeuw was Jamaica nog een kroonkolonie van Groot-Brittannië, maar in 1962 werd het Caribische eiland een onafhankelijke natie. Het kroonkoloniebestuur bestond uit de gouverneur en een raad van achttien leden. Van die achttien leden waren er negen benoemd en negen gekozen. De gouverneur plus de achttien leden werd de Wetgevende Raad genoemd. Uiteraard was dit een beter systeem dan de tijden dat de plantage-eigenaren nog de baas op het eiland waren. In 1920 werd een eerste mijlpaal in de Wetgevende Raad behaald. In dat jaar waren er namelijk meer zwarte dan blanke volksvertegenwoordigers in de Wetgevende Raad. Daarnaast vonden ook steeds meer zwarte Jamaicanen hun weg in het bestuursapparaat. Maar uiteindelijk was het de gouverneur die de doorslag gaf als het om besluiten ging, waarbij hij gesteund werd door zijn negen benoemde raadsleden.

Bananen zijn heel erg belangrijk voor Jamaica.

Bananenplanten groeien heel erg goed op Jamaica. In de loop van de tijd zijn er dan ook veel bananenplantages op het tropische eiland aangelegd.

In 1929 werd de wereld in een economische depressie gezogen waarbij ook Jamaica niet gespaard bleef. Dat was het startsein voor politieke veranderingen op het eiland. Was het in de 19de eeuw nog mogelijk voor arme Jamaicanen om te emigreren, in de 20ste eeuw was dat niet meer mogelijk omdat overal de grenzen werden gesloten. Op het eiland steeg het bevolkingsaantal, waren de lonen laag en was de werkeloosheid hoog. Bovendien kon de overheid weinig hulp geven. Dit tezamen zorgde ervoor dat er overal op het eiland rellen en stakingen uitbraken. Drie Jamaicanen hebben een belangrijke politieke en maatschappelijke rol gespeeld gedurende de 20ste eeuw op Jamaica: Marcus Garvey, Norman Manley en Alexander Bustamante.

Van suikerriet naar bananen

In de 20ste eeuw voltrok zich soort economisch wondertje op het eiland. Men ontdekte namelijk dat Jamaica zeer geschikt was voor de teelt van bananen. Men ging overal op het eiland bananenplantages aanleggen. Port Antonio werd het centrum van de Jamaicaanse bananenindustrie. Dit had ermee te maken dat deze stad heel strategisch gelegen was, de internationale schepen die het gekromde fruit moesten laden en lossen konden er goed voor anker gaan. Daarnaast was het een regio die nimmer geschikt was voor de teelt van suikerriet.

De kweek en handel in bananen werd zo belangrijk op Jamaica, dat er in 1929 voor de belangenbehartigers een bond werd opgericht door de bananenkwekers. Deze bond zocht de samenwerking met de Jamaica Banana Producers Association. Uiteindelijk streden zij niet alleen voor de belangen van de Jamaicaanse bananenhandel, maar hielden zij zich ook bezig met het opzetten van de suikerriet- en koffiebonenteelt. Bovendien kwamen er ook steeds meer bedrijven op het eiland die producten maakten van de gewassen die op Jamaica geteeld werden zoals rum- en suikerproducenten. De wereldberoemde Amerikaanse zanger Harry Belafonte schreef een beroemd nummer over de wereld van de bananen van Jamaica in het lied ‘Banana Boat Song’. Belafonte heeft Jamaicaans bloed door zijn aderen stromen, zijn oma en opa (moeders kant) zijn op Jamaica geboren.

Marcus Garvey

Eén van de meest invloedrijke politieke figuren van Jamaica was Marcus Garvey (Marcus Mosiah Garvey). Garvey werd op zeventien augustus 1887 op Jamaica (Saint Ann’s Bay) geboren en stierf op tien juni 1940 in Engeland (Londen). Echter doordat op dat moment de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het onmogelijk om het stoffelijk overschot van Garvey naar Jamaica over te brengen. Men besloot derhalve om Garvey te begraven in Engeland. In 1964 zijn de overblijfselen van Garvey alsnog naar Jamaica overgebracht om daar herbegraven te worden. Tegenwoordig is er ook een monument van Garvey in het National Heroes Park aanwezig.

Garvey zag al snel in zijn leven dat het niet goed was gesteld met de arbeidsomstandigheden van zwarten in de Verenigde Staten, Midden-Amerika en het Caribische Gebied. In 1914 richtte Garvey de Universal Negro Improvement Association (UNIA) op Jamaica op. Het doel was om overal ter wereld de positie van de zwarte bevolking te verbeteren. Hij wilde voor alle zwarte volkeren van de wereld één land oprichten met één regering. 2 jaar later in 1916, vertrok Garvey naar de Verenigde Staten om daar een afdeling van de UNIA op te richten. Dit was de eerste UNIA-afdeling die buiten Jamaica werd opgericht. Het werd tevens het hoofdkantoor van de organisatie. Gedurende diens hoogtijdagen waren er miljoenen zwarten lid van de UNIA.

Het doel van Garvey in Amerika was om zoveel mogelijk zwarte Amerikanen te verenigen én hun zelfrespect te doen verhogen. Verder was hij een groot voorstander om Afrika te dekolonialiseren en alle zwarte mensen buiten Afrika te laten terugkeren naar Afrika. Het doel was om een eigen staat in Afrika op te richten. Om dit doel te bereiken werd de zogenaamde Black Star Streamship Line opgericht. Daarnaast richtte hij ook een eigen weekblad op, Negro World geheten. Garvey was een welbespraakt spreker die vlammende betogen kon houden. Hij wilde korte metten maken met de eeuwenlange discriminatie van de zwarte bevolking. Een van zijn beroemdste uitspraken was: ‘Sta op, jullie machtig ras, jullie zullen bereiken wat jullie willen’.

In de loop van de tijd kwamen er echter barstjes in het UNIA-bolwerk zoals financiële problemen. Daarnaast waren er ook regelmatig conflicten en incidenten. Bovendien hadden andere gekleurde leiders bij tijd en wijle felle kritiek op Garvey. Eén van die criticasters was W.E.B. Du Bois. Daarnaast waren de blanke Jamaicanen ook niet zo blij met Garvey. In 1919 overleefde hij ternauwernood een aanslag. Ook de Amerikaanse overheid werkte erg tegen. De FBI probeerde doorlopend iets onwetmatigs te vinden om Garvey, die men als een lastpost zag, uit te kunnen zetten. Garvey was namelijk niet in het bezit van een Amerikaans paspoort. Uiteindelijk werd hij voor ‘fraude met de post’ veroordeeld voor een duur van 5 jaar gevangenisstraf. Uiteindelijk werd Garvey de Verenigde Staten uitgezet en vertrok hij weer naar Jamaica.

Op Jamaica pakte Garvey de politieke draad weer op, echter zonder veel succes. Tijdens de verkiezingen van 1930 veroverde hij slechts één zetel in de Wetgevende Raad. Voor de nieuwe zwarte elite die op het eiland was ontstaan, waren de denkbeelden en standpunten en Garvey te radicaal. Uiteindelijk emigreerde Garvey naar Londen, waar hij in 1940 zijn laatste adem uitblies. Nadat Jamaica onafhankelijk werd in 1964, werden de stoffelijke resten van Garvey naar Jamaica overgevlogen en is hij aldaar opnieuw begraven. Garvey is één van de zeven nationale helden van Jamaica.

Norman Manley

Norman Manley (Norman Washington Manley) zag het levenslicht in 1893 in het district Manchester. Hij stierf in 1969 als gevolg van ernstige long- en luchtwegproblemen, maar zijn achternaam bleef nog lang in de Jamaicaanse politiek actief. Zijn zoon Michael Manley werd namelijk in 1972 de vierde minister-president (premier) van Jamaica. Manley werd na zijn rechtenstudie een vooraanstaand advocaat. Bovendien werd hij al snel een politiek leider. Samen met zijn neef Alexander Bustamante werd door hem de People’s National Party (PNP) opgericht.

Manley was ook een voorvechter dat alle volwassen Jamaicanen een stemrecht zouden krijgen. Een missie die uiteindelijk zou lukken, in 1944 werd dit recht toegevoegd aan de grondwet. Uiteindelijk scheidde Bustamante zich af van Manley, door een andere politieke partij op te richten; de Jamaica Labour Party (JLP). In 1944 werden de eerste algemene verkiezingen op Jamaica gehouden. Deze werden gewonnen door de JLP. De verkiezingen van 1955 werden gewonnen de PNP waarbij Manley tot minister-president werd verkozen. Deze post zou hij tot 1959 bekleden.

Manley schreef in 1961 ook het referendum uit waarbij hij de Jamaicanen de vraag voorlegde over de onafhankelijkheid van hun eiland. Voor het opstellen van een grondwet voor Jamaica, benoemde hij een commissie. Verder nam hij de leiding bij de besprekingen met de Britten over de onafhankelijkheid van Jamaica. Tot zijn dood bleef Manley politiek actief. Manley was intellectuele politicus die grote populariteit genoot onder de middenklasse en stedelingen. Norman Manley is één van de zeven nationale helden van Jamaica.

Alexander Bustamante

Sir Alexander Bustamante zag het levenslicht in 1884 en kreeg de naam William Alexander Clark mee. Hij stierf op 93-jarige leeftijd in 1997 en werd toen begraven op de begraafplaats van het National Heroes Park. De biologische vader van Clark was een planter van Ierse afkomst en zijn moeder was een halfbloedje. Vanaf 1920 liet hij zich Bustamante noemen, ter ere van zijn Spaanse adoptievader die zich over hem ontfermde toen hij 5 jaar oud was. In 1944 liet hij zijn naam officieel veranderen.

Tijdens de Labour Rebellion was Bustamante één van de stakingsleiders. Hij was ook de oprichter van de Bustamante Industrial Trade Union (BITU), de grootste vakbond van het Caribische eiland en zelfs de eerste vakbond van heel de Caribische archipel. In 1940 verdween Bustamante voor 17 maanden in de gevangenis. Hij werd als schuldige bevonden en veroordeeld voor zijn rol achter de sociale oproer 1 jaar eerder in 1939.

Bustamante richtte in 1943 de Jamaica Labour Party (JLP) op, dat was de tweede politieke partij van het land. De verkiezingen van 1944 werden door de JLP gewonnen waarna Bustamante de minister-president van Jamaica werd. Aan de verkiezingen van 1944 mocht iedere volwassen voor het eerst meedoen. In 1955 werden de verkiezingen gewonnen door de PNP en werd Manley de minister-president. Evenals Bustamante vocht Manley als een leeuw voor de zwarte bevolking van Jamaica.

Vanaf 1962 werd Jamaica onder aanvoering van Bustamante een zelfstandige natie en werd het verbond met Engeland verbroken. Bustamante werd de eerste minister-president van het onafhankelijke Jamaica. In 1995 verhief koningin Elizabeth de Tweede, Bustamante in de adelstand, daarmee was hij de eerste zwarte die in de adelstand verheven werd. Bustamante had een flamboyant karakter die hoge populariteit genoot onder de arbeidersklasse. Bustamante is één van de zeven nationale helden van Jamaica.

Federatie van West-Indië

Groot-Brittannië richtte op 3 januari 1958 de Federatie van West-Indië op. Men probeerde op deze manier te Britse koloniën in de West te verenigen. De hoofdstad van de federatie werd Port of Spain op Trinidad. Het project mislukte echter, de verschillen (economisch en sociaal) tussen de eilanden onderling was veel te groot.